Wat is hypnotherapie?
Hypnotherapie is een behandelmethode bij klachten van psychische en psychosomatische aard. Het gebruik van trance (oftewel hypnose) vormt de spil van deze therapie. Daarnaast maakt de hypnotherapeut gebruik van andere evidence based therapievormen. Dat wil zeggen dat de werking daarvan is aangetoond in wetenschappelijk onderzoek.
Hoe werkt hypnotherapie?
In hypnotherapie wordt hypnose therapeutisch ingezet om cliënten te helpen om bepaalde patronen en blokkades te doorbreken. Het proces is ontworpen om toegang te krijgen tot het onderbewustzijn van de cliënten, waar vaak diepere oorzaken van problemen verborgen liggen. Vaak wordt er bij hypnose gedacht aan de show-hypnose die men kent van televisie of het theater, maar hypnose is veel meer dan dat! Je leert op een andere manier dan je gewend bent naar jezelf te luisteren. Je komt daardoor dichter bij je onbewuste gevoelens en overtuigingen. Hierdoor ontstaan nieuwe inzichten die je op je eigen manier kan toepassen in het dagelijkse leven om zo je doelen te verwezenlijken.
Hypnotherapie en wetenschappelijk onderzoek
Wetenschappelijk onderzoek naar hypnotherapie heeft de afgelopen decennia aanzienlijke aandacht gekregen, aangezien steeds meer professionals de effectiviteit ervan erkennen bij het behandelen van verschillende psychische aandoeningen. Studies hebben aangetoond dat hypnotherapie kan helpen bij het verminderen van angst, het verlichten van chronische pijn en het bevorderen van gedragsverandering, zoals stoppen met roken of gewichtsverlies. Hieronder een aantal studies die je kan lezen.
Angststoornissen: The Efficacy of Hypnosis as a Treatment for Anxiety: A Meta-Analysis. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31251710/
In dit meta-analyseonderzoek onderzochten de auteurs de effectiviteit van hypnose als behandelingsvorm voor angststoornissen. Het doel was om een overzicht te bieden van bestaande studies en de effectgrootte van hypnotherapie bij het verminderen van angstniveaus te kwantificeren. De auteurs verzamelden gegevens uit verschillende gecontroleerde studies die hypnose als interventie voor angst toenamen. Alleen studies met rigoureuze methodologieën, zoals randomisatie en controlegroepen, werden opgenomen. Dit zorgde ervoor dat de resultaten betrouwbaar waren. De effectgrootte werd berekend om de algehele impact van hypnose op angststoornissen in kaart te brengen, en om te vergelijken met andere behandelingen zoals cognitieve gedragstherapie (CGT) en medicatie. De meta-analyse resulteerde in een significante afname van angstniveaus na hypnotherapie in vergelijking met de controlegroepen. De effectgrootte was groter dan die van traditionele behandelmethoden zoals CGT, met de grootste voordelen voor patiënten met hoge angstniveaus voorafgaand aan de behandeling. De auteurs concludeerden dat hypnose een effectieve behandeloptie is voor het verminderen van angstklachten. De resultaten ondersteunen het gebruik van hypnotherapie als een waardevolle aanvulling op conventionele behandelingen voor angststoornissen. Bovendien pleiten ze voor verder onderzoek om de mechanismen achter de effectiviteit van hypnose en de gevolgen op lange termijn te begrijpen, evenals het potentiële gebruik in combinatie met andere therapeutische interventies. Dit onderzoek draagt bij aan de bestaande literatuur die hypnotherapie valideert als een interventie voor angststoornissen en benadrukt zijn potentieel in de psychologische behandeling.
Depressie: Efficacy of Hypnotherapy Compared to Cognitive Behavioral Therapy for Mild to Moderate Depression - Results of a Randomized Controlled Rater-Blind Clinical Trial. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33725616/
Het doel van deze studie was om te bepalen of hypnotherapie niet inferieur is aan cognitieve gedragstherapie, de goudstandaard in de psychotherapie, in het percentage vermindering van depressieve symptomen, beoordeeld bij milde tot gematigde ernstige depressie. In totaal werden 152 patiënten met majeure depressie (MD) gerandomiseerd naar ofwel cognitieve gedragstherapie (CGT) of hypnotherapie (HT), waarbij ze individuele psychotherapie in een poliklinische setting kregen met 16 tot 20 sessies gedurende een periode van zes maanden. Hiervoor werd de Montgomery-Asberg Depression Rating Scale (MADRS) gebruikt, voor en na de behandeling. De resultaten bevestigen dat hypnotherapie niet inferieur is ten opzichte van cognitieve gedragstherapie. De resultaten voor de follow-ups van zes en twaalf maanden na het einde van de behandeling ondersteunen de primaire resultaten. Dit is de eerste studie die aantoont dat hypnotherapie niet inferieur is aan cognitieve gedragstherapie bij majeure depressie, terwijl strenge methodologische normen werden gehanteerd.
Pijnklachten: Montgomery, G. H., Duhamel, K. N., & Redd, W. H. (2000). A meta-analysis of hypnotically induced analgesia: How effective is hypnosis? https://www.researchgate.net/publication/12546591_A_meta-analysis_of_hypnotically_induced_analgesia_How_effective_is_hypnosis
Het onderzoek richtte zich op de rol van hypnose als een effectieve methode voor pijnbestrijding. Dit onderzoek werd uitgevoerd om te analyseren in hoeverre hypnose kon bijdragen aan het verminderen van acute en chronische pijn en om het verschil in effectiviteit tussen verschillende hypnotische technieken te onderzoeken. De onderzoekers voerden een meta-analyse uit van bestaande studies die hypnose en pijnbehandeling onderzochten. Ze verzamelden gegevens uit verschillende studies, waaronder voorlopige gegevens van gecontroleerde proeven en andere relevante onderzoeken. De deelnemers in de betrokken studies varieerden van patiënten met verschillende gezondheidsproblemen tot gezonde proefpersonen. De effectiviteit van hypnose werd beoordeeld aan de hand van verschillende pijnmetingsinstrumenten, waaronder zelfbeoordelingen van pijn en gedragsobservaties. De meta-analyse toonde aan dat hypnose een significante pijn verlichtende werking had voor zowel acute als chronische pijn. De effectiviteit varieerde echter afhankelijk van de mate van suggestibiliteit van de deelnemers; mensen die beter suggesteerbaar waren, ervoeren meer pijnverlichting. Het gebruik van directe pijn verlichtende suggesties bleek ook een belangrijke factor te zijn in het succes van de hypnotherapiesessies. Montgomery et al. concludeerden dat hypnose een waardevolle en effectieve methode kan zijn voor pijnbeheersing, vooral wanneer het wordt toegepast bij individuen met een hoge mate van suggestibiliteit. De resultaten suggereren dat hypnose kan dienen als een nuttig alternatief of aanvulling op traditionele pijnbehandelingstechnieken, zoals medicatie, en het biedt patiënten een niet-invasieve manier om pijn te verminderen.
Gewichtsverlies: ErÅŸan, S., & ErÅŸan, E. E. (2020). Effects of Hypnotherapy on Weight Loss and thus on Serum Leptin, Adiponectin, and Irisin Levels in Obese Patients. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32716207/
Het onderzoek werd uitgevoerd door Ersan en Ersan in 2020 en richtte zich op de impact van hypnotherapie op gewichtsverlies en de invloed ervan op serum leptine, een hormoon dat betrokken is bij de regulatie van energie en eetlust. Het doel van de studie was om te onderzoeken of hypnotherapie een effectief hulpmiddel kan zijn bij de behandeling van obesitas en de regulering van leptinespiegels bij deelnemers. De onderzoekers voerden een gerandomiseerde gecontroleerde studie uit met deelnemers die last hebben van overgewicht of obesitas. De proefpersonen werden verdeeld in twee groepen: een experimentele groep die hypnotherapie ontving en een controlegroep die geen hypnotherapie kreeg. De hypnotherapiesessies omvatten technieken die gericht waren op gedragsverandering, zelfcontrole en eetgewoonten. De deelnemers werden gedurende een bepaalde periode gevolgd, waarbij hun gewicht, eetgewoonten en serum leptinespiegels vóór en na de behandeling werden gemeten. De resultaten van de studie toonden aan dat de deelnemers in de hypnotherapie groep significant meer gewicht verloren in vergelijking met de controlegroep. Bovendien werd er een significante verlaging van de serum leptinespiegels waargenomen bij de deelnemers die hypnotherapie ondergingen. Dit suggereert dat hypnotherapie niet alleen effectief kan zijn in het bevorderen van gewichtsverlies, maar ook in het beïnvloeden van hormonale regulatie die betrokken is bij eetgedrag. Daarnaast toonden de deelnemers in de hypnotherapie groep verbeteringen aan in hun eetgewoonten en zelfcontrole, wat bijdroeg aan het succes van het gewichtsverlies. Ersan en Ersan concludeerden dat hypnotherapie een veelbelovende interventie kan zijn voor gewichtsverlies en het verbeteren van hormonale regulatie met betrekking tot leptine. Dit onderzoek benadrukt het potentieel van hypnotherapie.